De meeste mensen die regelmatig met een computer werken kunnen blind typen. Dit komt omdat onze spieren een geheugen hebben. Het zogeheette spiergeheugen. Waneer je een bepaalde beweging maar lang genoeg herhaalt, wordt een langdurig spiergeheugen gecreëerd. Dit is niet alleen handig voor het blind type van een tekst, maar ook voor het gebruik van sneltoetsen (binnen Excel).
Het blind bedienen van de muis daarentegen is nagenoeg onmogelijk aan te leren omdat de cursor altijd op een relatief punt in je scherm staat.
Naast tijdwinst zijn er nog een aantal voordelen van het gebruik van sneltoetsen:
- Voorkomen van RSI-klachten;
- Verbeteren van de typvaardigheid;
- Verminderen van foutgevoegligheid.
In onderstaande tabel vind je alle sneltoetsen van Excel.
Groep | Sneltoets Windows | Sneltoets Mac | Omschrijving |
---|---|---|---|
Afdrukvoorbeeld | PageUp of PageDown | Pagina voor pagina weergeven (uitgezoomde weergave) | |
Afdrukvoorbeeld | pijltoetsen | Navigeren op de pagina (ingezoomde weergave) | |
Afdrukvoorbeeld | Alt + B, f | Afdrukvoorbeeld | |
Afdrukvoorbeeld | Ctrl + F2 | Excel 2007 / 2010: Afdrukvoorbeeld | |
Afdrukvoorbeeld | Ctrl + ↑ | Cmd + ↑ | Ga naar de eerste pagina (uitgezoomde weergave) |
Afdrukvoorbeeld | Ctrl + → | Cmd + → | Ga naar de laatste pagina (uitgezoomde weergave) |
Bestand | Alt + F4 | ⌘ + Q | Excel afsluiten |
Bestand | Ctrl + N (Nieuw) | ⌘ + N | Nieuw blanco werkbad |
Bestand | Ctrl + O (Open) | ⌘ + O | Open venster Bestand openen |
Bestand | Ctrl + P (Print) | ⌘ + P | Open venster met opties voor afdrukken |
Bestand | Ctrl + S (Save) | Cmd + S | Opslaan |
Bestand | F12 | ⌘ + ⇧ + S | Opslaan als… |
Bestand | Ctrl + Shift + F12 | Open venster met opties voor afdrukken | |
Bewerken | Ctrl + - (minteken) | Kolom of regel verwijderen (eerst kolom/regel selecteren) | |
Bewerken | Ctrl + C (Copy) | Cmd + C | Kopiëren |
Bewerken | Ctrl + R (rechts) | Selectie naar rechts kopiëren | |
Bewerken | Ctrl + T (Toon) | Toon de onderliggende formules | |
Bewerken | Ctrl + V (Velpon) | Cmd + V | Plakken |
Bewerken | Ctrl + X | Cmd + X | Knippen |
Bewerken | Ctrl + Y | Laatste bewerking herhalen | |
Bewerken | Ctrl + Z | Cmd + Z | Laatste bewerking ongedaan maken |
Bewerken | Ctrl + Shift + + (plusteken) | Kolom of regel invoegen (eerst kolom/regel selecteren) | |
Bewerken | Shift + F2 | Opmerking in een cel maken of deze bewerken | |
Dialoogvensters | Enter | Actie uitvoeren van de standaardknop, meestal OK | |
Dialoogvensters | Esc | Opdracht annuleren en dialoogvenster sluiten | |
Dialoogvensters | letter in keuzelijst | Lijst openen en naar de desbetreffende optie in de lijst gaan | |
Dialoogvensters | pijltoetsen | Ga naar de volgende optie (binnen groep met opties) | |
Dialoogvensters | spatiebalk | De actie van de geselecteerde knop uitvoeren of het geselecteerde selectievakje in- of uitschakelen | |
Dialoogvensters | Tab | Ga naar de volgende optie of optiegroep | |
Dialoogvensters | Alt + onderstreepte letter | De optie selecteren of een selectievakje in- of uitschakelen | |
Dialoogvensters | Alt + ↓ | Geselecteerde vervolgkeuzelijst openen | |
Dialoogvensters | Ctrl + PageDown | Ga naar het volgende tabblad in een dialoogvenster | |
Dialoogvensters | Ctrl + PageUp | Ga naar het vorige tabblad in een dialoogvenster | |
Dialoogvensters | Ctrl + Tab | Ga naar het volgende tabblad in een dialoogvenster | |
Dialoogvensters | Shift + Tab | Ga naar de vorige optie of optiegroep | |
Dialoogvensters | Ctrl + Shift + Tab | Ga naar het vorige tabblad in een dialoogvenster | |
Draaitabel | End | Laatste zichtbare item in de lijst selecteren | |
Draaitabel | Enter | Lijst sluiten en de geselecteerde items weergeven | |
Draaitabel | F10 | Menubalk activeren | |
Draaitabel | Home | Eerste zichtbare item in de lijst selecteren | |
Draaitabel | ← | Items op de lagere niveaus verbergen | |
Draaitabel | ← of → | Veld openen of sluiten dat kan worden uitgebreid | |
Draaitabel | ↑ | Selecteer vorige item in het bereik | |
Draaitabel | ↓ | Selecteer volgende item in het bereik | |
Draaitabel | → | Items op de lagere niveaus weergeven | |
Draaitabel | spatiebalk | Selectievakje in de lijst inschakelen, uitschakelen of dubbel inschakelen | |
Draaitabel | Tab | Schakelen tussen lijst, knop OK en knop Annuleren | |
Draaitabel | Shift + Alt + ← | Groepering van de items in een draaitabelveld opheffen | |
Draaitabel | Alt + ↓ | Vervolgkeuzelijst weergeven. Selecteer met de pijltoetsen het veld. | |
Draaitabel | Shift + Alt + → | Geselecteerde items in een draaitabelveld groeperen | |
Draaitabel | Ctrl + Tab | Lijst met draaitabelvelden activeren | |
Draaitabel | Ctrl + Shift + * (asterisk) | Volledig draaitabelrapport selecteren | |
Draaitabel | Ctrl + Shift + Tab | Lijst met draaitabelvelden activeren | |
Formule | Ctrl + Shift + Enter | Matrixformule invoeren | |
Formule | Shift + F3 | Open dialoogvenster Functie invoegen | |
Formule | Ctrl + Shift + F3 | Namen maken op basis van rij- en kolomlabels | |
Formule | Shift + F9 | Alleen actieve werkblad berekenen | |
Formules | F2 | Open actieve cel om formule of tekst te veranderen | |
Formules | F3 | Logische naam invoeren | |
Formules | F4 | Dollarteken in formule plaatsen voor absolute verwijzing | |
Formules | F9 | Werkblad opnieuw berekenen | |
Formules | Alt + = (isgelijkteken) | Functie AutoSom invoegen | |
Formules | Ctrl + Alt + F9 | Alle werkbladen van de werkmap opnieuw berekenen | |
Gegevensformulier | End | Ga naar het einde van een veld | |
Gegevensformulier | Enter | Ga naar het eerste veld in de volgende record | |
Gegevensformulier | Home | Ga naar het begin van een veld | |
Gegevensformulier | PageDown | Ga naar hetzelfde veld tien records verder | |
Gegevensformulier | PageUp | Ga naar hetzelfde veld tien records terug | |
Gegevensformulier | ← of → | Ga één teken naar links of naar rechts in een veld | |
Gegevensformulier | ↑ | Ga naar hetzelfde veld in de vorige record | |
Gegevensformulier | ↓ | Ga naar hetzelfde veld in de volgende record | |
Gegevensformulier | Tab | Ga naar elk veld in de record en vervolgens naar elke opdrachtknop | |
Gegevensformulier | Ctrl + PageDown | Nieuwe, lege record beginnen | |
Gegevensformulier | Ctrl + PageUp | Ga naar de eerste record | |
Gegevensformulier | Shift + End | Selectie uitbreiden tot het einde van een veld | |
Gegevensformulier | Shift + Enter | Ga naar het eerste veld in de vorige record | |
Gegevensformulier | Shift + Home | Selectie uitbreiden tot het begin van een veld | |
Gegevensformulier | Shift + ← | Selecteer teken links in een veld | |
Gegevensformulier | Shift + → | Selecteer teken rechts in een veld | |
Gegevensformulier | Shift + Tab | Ga naar elk veld in de record en vervolgens naar elke opdrachtknop | |
Geselecteerd bereik | Tab | Van links naar rechts verplaatsen in het geselecteerde bereik (binnen één kolom gaat u omlaag) | |
Geselecteerd bereik | Ctrl + Alt + ← | Volgende niet-aangrenzende selectie aan de linkerkant activeren | |
Geselecteerd bereik | Ctrl + Alt + → | Volgende selectie aan de rechterkant activeren in niet-aangrenzende selecties | |
Geselecteerd bereik | Ctrl + . (punt) | Met de wijzers van de klok mee naar de volgende hoek van het geselecteerde bereik | |
Geselecteerd bereik | Shift + Tab | Ga van rechts naar links door het geselecteerde bereik (binnen één kolom gaat u omhoog) | |
Grafieken | ← | Selecteer vorige element in een groep | |
Grafieken | ↑ | Selecteer volgende groep met elementen in een grafiek | |
Grafieken | ↓ | Selecteer vorige groep met elementen in een grafiek | |
Grafieken | → | Selecteer volgende element in een groep | |
Grafieken | Alt + F11 | Standaardgrafiek invoegen | |
Groeperen | Shift + Alt + ← | Groepering van regels of kolommen opheffen | |
Groeperen | Shift + Alt + → | Regels of kolommen groeperen | |
Groeperen | Ctrl + 8 | Knoppen van Overzicht zichtbaar of onzichtbaar maken | |
Groeperen | Ctrl + 9 | Geselecteerde regel(s) verbergen | |
Groeperen | Ctrl + 0 (nul) | Geselecteerde kolom(men) verbergen | |
Groeperen | Ctrl + Shift + ( (haakje openen) | Verborgen rijen in de selectie zichtbaar maken | |
Groeperen | Ctrl + Shift + ) (haakje sluiten) | Verborgen kolommen in de selectie zichtbaar maken | |
Groeperen | Ctrl + Shift + L | Excel 2007 / 2010: Filter | |
Heen en weer | F5 | Ga naar cellen met bepaalde kenmerken (via knop Speciaal) | |
Heen en weer | Home | Ga naar het begin van deze regel | |
Heen en weer | PageDown | Ga één schermlengte naar beneden | |
Heen en weer | PageUp | Ga één schermlengte naar boven | |
Heen en weer | Alt + PageDown | Ga één schermbreedte naar rechts | |
Heen en weer | Alt + PageUp | Ga één schermbreedte naar links | |
Heen en weer | Ctrl + End | Ga naar de cel rechts onder in het werkgebied | |
Heen en weer | Ctrl + G | Ga naar cellen met bepaalde kenmerken (via knop Speciaal) | |
Heen en weer | Ctrl + Home | Ga naar het begin van het werkblad (cel A1) | |
Heen en weer | Ctrl + ← | Cmd + ← | Ga naar het begin van deze serie cellen op dezelfde regel |
Heen en weer | Ctrl + ↑ | Ga naar het begin van deze serie cellen in dezelfde kolom | |
Heen en weer | Ctrl + ↓ | Ga naar het eind van deze serie cellen in dezelfde kolom | |
Heen en weer | Ctrl + → | Ga naar het eind van deze serie cellen op dezelfde regel | |
Hulp | F1 | Help | |
Hulp | F7 | Spellingcontrole | |
Invoeren | Enter | Invoeren en één cel omlaag gaan | |
Invoeren | Esc | Celinvoer annuleren | |
Invoeren | Home | Invoeren en naar het begin van deze regel gaan | |
Invoeren | pijltoetsen | Ga één teken naar links of naar rechts | |
Invoeren | Tab | Invoeren en één cel naar rechts gaan | |
Invoeren | Alt + Enter | Begin op een nieuwe regel in dezelfde cel | |
Invoeren | Alt + ↓ | Invoer kiezen uit eerder getypte woorden in dezelfde kolom | |
Invoeren | Alt + ↓ | Kiezen uit een keuzelijst, die ingesteld is via Data, Valideren | |
Invoeren | Ctrl + ' (apostrof) | Inhoud van de cel erboven letterlijk overnemen, zonder opmaak | |
Invoeren | Ctrl + * (asterisk) | Huidige werkgebied selecteren | |
Invoeren | Ctrl + ; (puntkomma) | Datum van vandaag invoeren | |
Invoeren | Ctrl + D (Down) | Bovenste cel van een selectie naar beneden kopiëren | |
Invoeren | Ctrl + Enter | Heel geselecteerd celbereik vullen met dezelfde waarde | |
Invoeren | Ctrl + F3 | Naam definiëren | |
Invoeren | Ctrl + K | Hyperlink invoegen of bestaande hyperlink bewerken | |
Invoeren | Ctrl + Shift + : (dubbele punt) | Tijdstip van dit moment invoeren | |
Invoeren | Shift + Enter | Rand om de omtrek plaatsen | |
Invoeren | Shift + Tab | Invoeren en één cel naar links gaan | |
Macro | Alt + F11 | Visual Basic Editor openen | |
Macro | Alt + F8 | Open dialoogvenster Macro | |
Macro | Ctrl + F11 | Macroblad uit Microsoft Excel 4.0 invoegen | |
Menu's | Alt | Menubalk activeren | |
Menu's | End | Selecteer de laatste opdracht in het menu | |
Menu's | Esc | Geopend (sub)menu sluiten | |
Menu's | F10 | Menubalk activeren | |
Menu's | Home | Selecteer de eerste opdracht in het menu | |
Menu's | ↓ of ↑ | Selecteer opdracht uit een geopend menu | |
Menu's | Tab | Langs de menuknoppen gaan (nadat menubalk is geactiveerd) | |
Menu's | Alt + spatiebalk | Open systeemmenu voor het Excel-venster | |
Menu's | Ctrl + 7 | Werkbalk Standaard oproepen en verbergen | |
Menu's | Ctrl + F1 | Excel 2007 / 2010: het lint minimaliseren | |
Menu's | Ctrl + Tab | Langs de werkbalken gaan (nadat menubalk is geactiveerd) | |
Menu's | Shift + F10 | Open snelmenu voor het geselecteerde item | |
Opmaken | Alt + 9 | Verborgen kolommen in de selectie zichtbaar maken | |
Opmaken | Alt + ' (apostrof) | Open dialoogvenster Opmaakprofiel | |
Opmaken | Alt + A | Verticale scheidingslijn toepassen of verwijderen (als u cellen in meerdere kolommen hebt geselecteerd) | |
Opmaken | Ctrl + 1 | Open venster Celeigenschappen | |
Opmaken | Ctrl + 2 | Vet | |
Opmaken | Ctrl + 3 | Cursief | |
Opmaken | Ctrl + 4 | Onderstrepen | |
Opmaken | Ctrl + 5 | Doorhalen | |
Opmaken | Ctrl + 6 | Grafieken, besturingselementen en objecten verbergen / weergeven / tijdelijke aanduidingen weergeven | |
Opmaken | Ctrl + B (Bold) | Vet | |
Opmaken | Ctrl + I (Italics) | Cursief | |
Opmaken | Ctrl + U (Underscore) | Tekens onderstrepen | |
Opmaken | Ctrl + Shift + ! | Duizendtalnotatie | |
Opmaken | Ctrl + Shift + # | Datum weergeven als 03-apr-08 | |
Opmaken | Ctrl + Shift + $ | Euroteken met twee decimalen | |
Opmaken | Ctrl + Shift + % | Procentnotatie toepassen zonder decimalen | |
Opmaken | Ctrl + Shift + & | Rand om de omtrek plaatsen | |
Opmaken | Ctrl + Shift + @ | Tijd weergeven als 15:53 | |
Opmaken | Ctrl + Shift + ^ | Exponentiële notatie | |
Opmaken | Ctrl + Shift + _ (underscore) | Omtrekranden verwijderen | |
Opmaken | Ctrl + Shift + ~ | Standaardgetalnotatie toepassen | |
Selecteren | F8 | Hierna met pijltoetsen de selectie uitbreiden. In de statusbalk staat UIT = modus Uitbreiden | |
Selecteren | Alt + ; (puntkomma) | Selecteer zichtbare cellen in de huidige selectie | |
Selecteren | Ctrl + / (slash) | Selecteer cellen met dezelfde matrixformule | |
Selecteren | Ctrl + [ (vierkant haakje openen) | Selecteer alle cellen waarnaar direct wordt verwezen door de formules in de selectie | |
Selecteren | Ctrl + \ | Selecteer cellen die niet overeenkomen met de waarde in de actieve cel (in een geselecteerde rij) | |
Selecteren | Ctrl + ] (vierkant haakje sluiten) | Selecteer cellen die formules bevatten die direct naar de actieve cel verwijzen | |
Selecteren | Ctrl + A (Alles) | Cmd + A | Selecteer hele werkblad |
Selecteren | Ctrl + klik | Selecteer meer tekenobjecten (Excel 2000: Shift+klik) | |
Selecteren | Shift + Ctrl + PageDown | Selecteer huidige en volgende blad | |
Selecteren | Shift + Ctrl + PageUp | Selecteer huidige en vorige blad | |
Selecteren | Ctrl + spatiebalk | Selecteer deze hele kolom | |
Selecteren | Shift + End + Enter | Selectie uitbreiden tot de laatste cel in de huidige rij | |
Selecteren | Shift + End + Home | Selectie uitbreiden naar de cel rechts onder in het gebruikte gebied | |
Selecteren | Shift + End + pijltoets | Selectie uitbreiden tot de laatste niet-lege cel in dezelfde kolom of rij als de actieve cel | |
Selecteren | Ctrl + Shift + * (asterisk) | Selecteer gebied rondom de actieve cel; in draaitabelrapport: selecteer hele draaitabelrapport | |
Selecteren | Ctrl + Shift + { (accolade openen) | Selecteer alle cellen waarnaar direct of indirect wordt verwezen door de formules in de selectie | |
Selecteren | Ctrl + Shift + | | Selecteer cellen die niet overeenkomen met de waarde in de actieve cel (in een geselecteerde kolom) | |
Selecteren | Ctrl + Shift + } (accolade sluiten) | Selecteer cellen die formules bevatten die direct of indirect naar de actieve cel verwijzen | |
Selecteren | Ctrl + Shift + End | Selectie uitbreiden tot de laatst gebruikte cel in het werkblad (in de rechterbenedenhoek) | |
Selecteren | ScrollLock + Shift + End | Selectie uitbreiden tot de cel in de rechterbenedenhoek van het venster | |
Selecteren | Shift + F8 | Een ander bereik met cellen aan selectie toevoegen | |
Selecteren | Shift + Home | Selectie uitbreiden tot het begin van de rij | |
Selecteren | Ctrl + Shift + Home | Selectie uitbreiden tot het begin van het werkblad | |
Selecteren | ScrollLock + Shift + Home | Selectie uitbreiden tot de cel in de linkerbovenhoek van het venster | |
Selecteren | Ctrl + Shift + O (letter O) | Selecteer alle cellen met opmerkingen | |
Selecteren | Shift + PageDown | Selectie één scherm naar beneden uitbreiden | |
Selecteren | Shift + PageUp | Selectie één scherm naar boven uitbreiden | |
Selecteren | Shift + ← | Selecteer cellen naar links | |
Selecteren | Shift + ↑ | Selecteer cellen naar boven | |
Selecteren | Shift + ↓ | Selecteer cellen naar beneden | |
Selecteren | Ctrl + Shift + ↓ | Selecteer tot het eind van deze groep (in dezelfde kolom) | |
Selecteren | Shift + → | Selecteer cellen naar rechts | |
Selecteren | Ctrl + Shift + → | Selecteer tot het eind van deze groep (op dezelfde regel) | |
Selecteren | Shift + pijltoets | Selectie met één cel uitbreiden | |
Selecteren | Ctrl + Shift + pijltoets | Selectie uitbreiden tot de laatste niet-lege cel in dezelfde kolom of rij als de actieve cel | |
Selecteren | Shift + spatiebalk | Selecteer de huidige regel | |
Selecteren | Ctrl + Shift + spatiebalk | Selecteer alle objecten in een blad (als u één object hebt geselecteerd) | |
Selecteren | Ctrl + Shift + spatiebalk | Selecteer hele werkblad | |
Verplaatsen | Alt | Tekenobject uitlijnen op het raster (indrukken tijdens tekenen of slepen) | |
Verplaatsen | End | Eindmodus in- of uitschakelen | |
Verplaatsen | Enter | In een geselecteerd bereik: van boven naar beneden verplaatsen | |
Verplaatsen | pijltoetsen | Tekenobject verplaatsen | |
Verplaatsen | Ctrl + pijltoets | Tekenobject nauwkeurig verplaatsen in stappen van 1 pixel | |
Verplaatsen | End + Enter | Ga naar het eind van deze serie cellen op dezelfde regel | |
Verplaatsen | End + Home | Ga naar de cel rechts onder in het gebruikte gebied | |
Verplaatsen | End + pijltoets | Ga in een rij of kolom naar het volgende cellenbereik met gegevens | |
Verplaatsen | Shift + Enter | Van beneden naar boven verplaatsen in een geselecteerd bereik | |
Werkbladen | F6 | Heen en weer tussen gesplitste werkbladen | |
Werkbladen | Ctrl + PageDown | Ga naar het volgende werkblad | |
Werkbladen | Ctrl + PageUp | Ga naar het vorige werkblad | |
Werkbladen | Alt + Shift + F1 | Nieuw werkblad invoegen | |
Werkbladen | Shift + F11 | Nieuw werkblad invoegen | |
Werkbladen | Shift + F6 | Ga naar het vorige venster in een gesplitst werkblad | |
Windows | Windows logo | Menu Start van Windows weergeven | |
Windows | Alt + Tab | Schakelen naar het volgende programma of bestand | |
Windows | Shift + Alt + Tab | Schakelen naar het vorige programma of bestand | |
Windows | Ctrl + Esc | Menu Start van Windows weergeven | |
Windows | Ctrl + F10 | Het werkmapvenster verkleinen/vergroten | |
Windows | Ctrl + F4 | ⌘ + W | Werkmapvenster sluiten |
Windows | Ctrl + F5 | Werkmapvenster verkleinen | |
Windows | Ctrl + F6 | Ga naar de volgende geopende werkmap | |
Windows | Ctrl + W (Wegwezen) | Werkmapvenster sluiten | |
Windows | Ctrl + Shift + F6 | Ga naar de vorige geopende werkmap | |
Wizard draaitabel | ← of → | Selecteer knop aan de linker- of rechterkant (als er twee of meer kolom- of veldknoppen aanwezig zijn) | |
Wizard draaitabel | ↓ of ↑ | Selecteer vorige of volgende veldknop in de lijst aan de rechterkant | |
Wizard draaitabel | Alt + A | Geselecteerde veld naar het gegevensgebied verplaatsen | |
Wizard draaitabel | Alt + C | Geselecteerde veld naar het rijgebied verplaatsen | |
Wizard draaitabel | Alt + K | Geselecteerde veld naar het kolomgebied verplaatsen | |
Wizard draaitabel | Alt + L | Dialoogvenster Draaitabelveld voor het geselecteerde veld weergeven | |
Wizard draaitabel | Alt + P | Geselecteerde veld naar het paginagebied verplaatsen | |
Zoeken | Ctrl + F(Find) | Cmd + F | Zoek een woord of getal |
Zoeken | Ctrl + H | Zoeken en vervangen | |
Zoeken | Shift + F4 | Opnieuw een woord zoeken (dat u het laatst had opgegeven) | |
Zoeken | Shift + F5 | Zoek een woord of getal | |
Groep | Sneltoets Windows | Omschrijving |
Dit delen:
- Klik om te delen met Twitter (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Zoeken
- Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Gebruiker (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Front-end SEO-inspecteur (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Statistieken (Wordt in een nieuw venster geopend)
- Meldingen (Wordt in een nieuw venster geopend)